Als je bloembollen plant in de herfst, geniet je al vroeg in het voorjaar van kleurige bloemen in je tuin. Voorjaar? Sneeuwklokjes bloeien zelfs al in januari! Om je te helpen bij het kiezen van bloembollen en het op een goede manier planten, hebben we hieronder de 9 meestgestelde vragen over bloembollen op een rij gezet.
Er zijn twee soorten bloembollen: de voorjaarsbloeiers en de zomerbloeiers. De zomerbollen, zoals anemonen, dahlia’s en gladiolen, plant je in het voorjaar, na de laatste nachtvorst. De voorjaarsbollen plant je in de herfst, van september tot december, en in elk geval vóór de eerste nachtvorst. Deze bollen hebben de kou nodig om in de lente tot bloei te kunnen komen. De bekendste voorjaarsbollen zijn narcissen, sneeuwklokjes, krokussen, hyacinten en tulpen. Kijk hier voor bijzondere combinaties van bollen.
De vroegste bloembollen bloeien al in januari en de laatste houden het zelfs tot aan de zomer vol. Hieronder zie je de gemiddelde bloeitijd van de voorjaarsbollen:
Jan-feb: sneeuwklokje, winterakoniet
Feb- mrt: krokus
Mrt-april: narcis
April: hyacint, blauw druifje
April-mei: tulp, fritillaria
Mei-jul: allium
Met een mooie mix van bovenstaande bollen kun je een heel voorjaar lang genieten van extra kleur in je tuin. Al deze bloembollen zijn in het najaar te koop bij Steck.
Bekijk eerst wáár je straks graag bloemen wilt zien in je tuin. Wil je ze in groepjes bij elkaar zien, in je gazon, verspreid in je border? Het kan allemaal! Let er wel op dat er zonlicht komt op de plek waar je ze wilt planten: de meeste voorjaarsbloeiers staan het liefst in de volle zon of halfschaduw. Verder is het belangrijk dat de grond goed waterdoorlatend is, anders heb je kans dat de bollen gaan rotten. Als je dit allemaal hebt gecontroleerd, dan kun je de bollen planten.
Maak de aarde een beetje los en maak een gat per bol of een sleuf waarin je meerdere bollen legt. Als je veel bollen wil planten, dan is een speciale bollenplanter aan te raden. De diepte van het gat moet ongeveer 2 à 3 keer de hoogte van de bol zijn. Hetzelfde geldt voor de afstand tussen de bollen. Plant de bollen met de punt omhoog. Gooi het gat dicht en geef water (tenzij de grond vochtig genoeg is).
Zomerbollen kunnen niet goed tegen de vorst. Haal die dus na de bloei uit de grond. Voorjaarsbollen kun je gewoon laten zitten. De meeste komen het jaar daarop gewoon weer omhoog. Sommige breiden zichzelf ook nog eens uit, zoals sneeuwklokjes, krokussen, narcissen en alliums. Als de voorjaarsbloeiers zijn uitgebloeid, is het verstandig om het blad niet meteen af te knippen (ook al is het soms een beetje lelijk): via zonlicht op het blad verzamelt de bol energie om het jaar erop weer te kunnen bloeien. Je kunt uitgebloeide bloemen wel meteen afknippen. Tenzij je wil dat de plant zichzelf gaat vermeerderen: dan kun je er beter maar helemaal vanaf blijven.
Voor het eerste bloeiseizoen hoef je geen extra voeding toe te voegen, want een gezonde bol heeft voldoende energie in zich. Voor de jaren daarna geldt dat een gezonde, evenwichtige bodem belangrijk is.
Bloembollen zet je het liefst zo snel mogelijk in de grond nadat je ze gekocht hebt. Dan zijn ze op hun best. Als dat niet kan, bewaar ze dan op een donkere, koele, droge plek, bijvoorbeeld in een garage of kelder. Let op dat ze niet vochtig worden, want dan is de kans op schimmel groot. Aan de andere kant is het ook belangrijk dat ze niet uitdrogen, want dan is het gedaan met je bollen. Zo snel mogelijk planten is het veiligst.
Biologische bloembollen zijn beter voor bijen, vlinders en andere insecten, omdat er geen chemische bestrijdingsmiddelen zijn gebruikt bij het kweken van de bollen. Wil je niet alleen iets moois voor het oog, maar ook iets moois doen voor de omgeving: kies dan voor biologische bloembollen. Let op: biologische bloembollen zijn vaak wat later in het jaar te koop dan niet-biologische bollen. Dit komt doordat de eerste niet zijn behandeld met groeiremmers. Ze moeten daardoor wat langer in de grond blijven. Bij Steck heb je een ruime keuze in biologische bollen.
Jazeker! Er zijn een paar dingen waar je extra op moet letten: onder in de pot moet een gat zitten, zodat overtollig water vanzelf wordt afgevoerd. Je kunt ook nog wat plantenscherven of hydrokorrels onderin doen, zodat je zeker weet dat het goed zit met de waterafvoer. Zorg ervoor dat je niet te dicht bij de potrand plant, want dat verhoogt de kans op bevriezing. Verder gelden dezelfde regels voor de plantdiepte en de plantafstand. Als het flink gaat vriezen, dan moet je de pot beschermen door er bijvoorbeeld noppenfolie omheen te winkelen of door de pot tijdelijk in een schuur of garage te zetten.
Door bloembollen in laagjes boven elkaar te planten, kun je op dezelfde plek in je tuin, of in een pot, langer genieten van kleurrijke bloemen. Je plant de laatbloeiende bollen onderin en de vroegbloeiende bollen bovenin. Lees meer over het maken van een bloembollenlasagne, voor in je border of in een pot. Kleurenpracht gegarandeerd!
Er gebeurt ontzettend veel bij Steck. Wil je op de hoogte blijven? Schrijf je dan in voor onze nieuwsbrief! Zo mis je niets van onze transitie van tuincentrum naar groene stadsoase.
Heb je een vraag of suggestie? We horen graag van je!
Telefoon: 030 782 0680
Email: info@steckutrecht.nl
Steck Utrecht
Gageldijk 3, 3566 ME Utrecht
© 2024 Steck Utrecht | Steck is onderdeel van Overvecht Vastgoed | Bezorging | Retourbeleid | Bedrijfsgegevens | Privacyverklaring.| Algemene Voorwaarden |
Bezoek kraampjes met zeefdrukken, tekeningen en schilderijen, lekker fruit, koffie, kristallen en knuffels en nog veel meer! Er is van alles te doen, zoals je laten masseren, kokodama’s maken, spinnenkoekjes bakken en spinnenwebben knutselen.