Zelf bloemen zaaien: zo maak je je eigen bloementuin

Wil je deze zomer extra genieten van je tuin? Maak je eigen bloementuin! Reserveer een stukje grond in je border of zet wat potten klaar, en ga aan de slag met zaaien. Noraly Roozendaal van pluktuin Glitter Gladiool, op het terrein van Steck, weet precies hoe je dit aanpakt. Hieronder neemt ze je stap voor stap mee: van zaadje naar je eigen bloementuin.

De eigenaar en tuinier van pluktuin Glitter Gladiool houdt een tray met zaailingen van Tithonia vast. Ze staat in een kas, en er zijn om haar heen verschillende andere voorgezaaide plantjes te zien.

1. Begin op tijd

Voor sommige bloemen begin je al in februari of maart, zeker als het gaat om koudkiemers of planten met een lange groeiperiode. Koudkiemers, zoals sommige vaste planten, hebben eerst een koude periode nodig. Zet die een paar weken in een onverwarmde ruimte of ‘koude kas’.

Warmtekiemers, zoals zinnia’s of cosmos, kun je ook in april nog voorzaaien. Ze hebben rond de 20 graden nodig om te ontkiemen. Zet ze vanaf maart of april op een warme plek in huis, bijvoorbeeld op een vensterbank. Als ze ontkiemd zijn, zet je ze in een lichte, onverwarmde kamer, liefst van rond de 15 graden. Anders worden je stekjes slungelig en slap.

Twijfel je wat je voor je hebt? Kijk op het zakje van de zaden. Daar staat meestal bij of het om een koude- of warmtekiemer gaat, en welke temperatuur het zaad nodig heeft om te ontkiemen. Je kunt het ook opzoeken bij een betrouwbare zadenleverancier of vraag het aan een medewerker van Steck.

2. Licht of donker?

Sommige zaden hebben licht nodig om te kunnen ontkiemen (lichtkiemers), andere juist donker (donkerkiemers). Lichtkiemers bedek je amper. Strooi er een heel dun laagje zand, vermiculiet of zaaigrond overheen, zodat het zaadje op zijn plek blijft. Donkerkiemers zaai je wat dieper, ongeveer twee tot drie keer de dikte van het zaadje.

Ook dit staat meestal op het zakje. Staat er bijvoorbeeld ‘zaaien op het oppervlak’ of ‘niet bedekken’? Dan heb je te maken met een lichtkiemer. Staat er ‘zaaien op 0,5 cm diepte’ of iets dergelijks? Dan is het een donkerkiemer.

3. Voorzaaien in een kweektray

Voorzaaien doe je in een kweektray. Dat is een handige bak met allemaal kleine zaaivakjes aan elkaar vast. Zo heeft elk zaadje zijn eigen plekje en raken de wortels van de plantjes niet met elkaar in de knoop.

Vul de kweektray met zaaigrond. Maak de aarde licht vochtig en leg in elk vakje één of twee zaadjes. Druk ze zachtjes aan en bedek ze – als dat nodig is – met een dun laagje aarde.

Zet de kweektray op een lichte plek, en bij warmtekiemers ook lekker warm. Je kunt eventueel een doorzichtig deksel of plastic zakje gebruiken om het vocht vast te houden tot de zaden ontkiemen.

in een tray staan verschillende voorgezaaide Scabiosa Stellata

4. Water geven zonder verdrinken

Laat je zaaibak een kwartiertje in een bak met water staan zodat de aarde zich volzuigt. Giet daarna het overtollige water weg. Sproei vervolgens van bovenaf en zorg dat de aarde de komende tijd licht vochtig blijft. Niet te nat, niet te droog.

5. Uitdunnen

Komen er meerdere zaailingen uit één vakje? Haal dan de zwakste eruit. Zo geef je de sterkste plantjes de ruimte en voldoende voeding om door te groeien.

6. Verspenen

Zodra je zaailingen hun tweede ‘echte’ bladpaar hebben (naast de kiemblaadjes), kun je ze verpotten naar een groter potje, bijvoorbeeld een P9 (9 x 9 cm). Zo krijgen ze meer ruimte én verse voeding.

7. Toppen voor meer bloemen

Door de top van een zaailing af te knippen vlak boven het tweede bladpaar, stimuleer je de plant om zich te vertakken. Zo krijg je meer bloemen aan één plant. Toppen werkt goed bij bijvoorbeeld: lathyrus, cosmos, leeuwenbek, zinnia en tagetes. Gebruik je vingers of een schoon schaartje.

In Pluktuin Glitter Gladiool bestuift een bij een bloem

Een close-up van een kleurrijke bloem met witte bloemblaadjes en een opvallend geel en rood patroon in het midden, in pluktuin Glitter Gladiool bij Steck Utrecht. De bloem staat op een dunne steel, omgeven door fijn gevederde groene bladeren. Andere bloemen en knoppen zijn zichtbaar op de achtergrond, maar de focus ligt op deze enkele bloem die zich opent naar de lucht.

De eigenaar en tuinier van pluktuin Glitter Gladiool houdt in haar handen Scabiosa vast.

Met een snoeischaar wordt een Lathyrus boven het tweede bladpaar afgetopt. Op de achtergrond zijn meer jonge plantjes zichtbaar

De pluktuin Glitter Gladiool in bloei, met kleurrijke bloemen zoals korenbloemen en een witte bloem op de voorgrond. In de verte staat een groene kas en weelderige bomen tegen een heldere blauwe lucht met enkele witte wolken

8. Afharden

Voor je je plantjes buiten zet, moeten ze wennen aan wind, zon en temperatuurverschillen. Zet ze daarom vanaf begin mei elke dag even buiten, steeds een beetje langer. Vermijd de felle zon in het begin.

9. Uitplanten

Na IJsheiligen (11-15 mei) is de kans op nachtvorst klein. Dan kunnen de meeste planten veilig de volle grond in. Half-winterharde soorten of koude-liefhebbers kunnen soms al eerder naar buiten. Zorg ervoor dat je de bloemen in de zon uitplant, of eventueel in halfschaduw. Hoe meer zon, des te meer bloei!

10. Deadheaden

Gefeliciteerd, je bloementuin is klaar! Een klein dingetje nog: als er bloemen zijn uitgebloeid, knip ze dan weg. Zo blijft de plant energie stoppen in nieuwe bloemen. Geniet van je zelf gecreëerde bloemenoase!

Wil je aan de slag met bloemen zaaien? Bij Steck vind je biologische bloemzaden, kweektrays en goede zaaigrond. Kom in de zomer zeker ook een kijkje nemen in de pluktuin van Noraly!